God is vast geen Duitse vrouw, maar toch…

Nee, ik geloof niet eens dat er iets is. En ik weet heus wel dat het erg hypocriet is om Hem, Haar, Het, Wat Dan Ook, op sommige momenten dan toch aan te roepen. Bij voorkeur als er sprake is van tegenspoed. Want als de dingen op rolletjes lopen, ja, dan is het natuurlijk uw scribent zelf die daarvoor heeft gezorgd, maar gaan de zaken niet zoals ze moeten gaan, dan wordt het opperwezen er plotseling bijgehaald.

“God is een Duitse vrouw”, concludeerden wij ongelovige studentjes, als onze jongens weer eens vier minuten na tijd werden uitgeschakeld nadat onze meisjes ons in de steek hadden gelaten of, erger, ons überhaupt niet hadden zien staan (dan wel deden alsof).

Of Hij nu daadwerkelijk Hannelore heet of niet, op momenten dat Hij in beeld komt, blijkt Hij over een vorm van cynische humor te beschikken (ja, de onze wel) die ik in de loop der jaren toch wel ben gaan waarderen.

Het meest recente voorbeeld? Je hebt met bloed, zweet en tranen je jaarlijstje met vijftig favoriete songs in elkaar gedraaid, er van uitgaande dat er in december toch niks fatsoenlijks meer uitkomt. Je dekt je zelfs nog in voor het geval Onze Lieve Heer toch nog met de ultieme compositie komt, en wat gebeurt er? Alsof het de normaalste zaak van de wereld is, komen er op de valreep nog doodleuk een paar briljante liedjes uit waar uw scribent zo vrolijk, blij en gelukkig van wordt dat ze toptienmateriaal voor de jaarlijst zouden zijn geweest. En geen muzieksnob haalt het in zijn hoofd om ze in 2007 nog in de lijst op te nemen, dat zou immers pas echt getuigen van onoplettendheid.

Neem de ijzersterke nieuwe single van Coparck bijvoorbeeld (hallo jongens, ik heb jullie meer dan een week geleden gemaild met de vraag waar ik deze single kan kopen). Maar neem vooral We Used To Vacation van de Cold War Kids. Hier komt ww scribent de feestdagen dus wel mee door, Vielen Dank, und frohe Weinachten!

Plaats een reactie