James wie?

Ze had schat ik vijf cd’s. Alleen die van Gloria Estefan herinner ik me nog, maar het zou me niets verbazen als ook Knuffelrock nummer zoveel en Pop in je Moerstaal deel uitmaakten van de bescheiden collectie. Dat het met haar niettemin de goede kant op zou gaan, bleek uit het feit dat ze vijfguldenmuntjes aan het sparen was om de nieuwe Sinéad O’Connor te kopen.
Zelf had ik minstens achttien cd’s, plus honderden cassettebandjes. Als ze er was, draaide ik cd’s van Lenny Kravitz of Lou Reed en ze vond het prima. Zelfs als ik een tape van de Urban Dance Squad of The Chills opzette, was er niets aan de hand. Nog even en ze zou vast zonder tegensputteren meegaan naar een concert van Living Colour. Ik durfde zelfs al hardop te dromen dat ik de nieuwe R.E.M. voor mijn verjaardag zou krijgen, van haar.

Hoe anders kan het gaan. Ze bleek zich toch meer thuis te voelen bij haar nieuwe vriend. Met hem en met zijn vrienden trokken ze er in het weekend op uit, naar grote dansschuren in dorpen waarvan ik niet wist dat ze bestonden, terwijl ze onder de rook van onze stad bleken te liggen. Met haar verloor ik haar cd-verzameling uit het oog. Wel vertrouwde ze me later nog eens toe dat ze James Brown is Dead had gekocht, omdat ze dat zo’n gaaf nummer vond. Ik had geen idee waar ze het over had. De soulkoning met losse handjes was toch nog onder ons? Ik vroeg me serieus af of ze eigenlijk wel wist wie James Brown was.
Het nummer van L.A. Style was al een dikke hit toen ik het voor het eerst hoorde. Alles eraan choqueerde me. Het hele nummer deed de smakeloze titel eer aan. Een betere soundtrack van de verwijdering tussen ons was niet denkbaar. Ik miste de grap volkomen en besefte niet dat het toch tamelijk vooruitstrevend was. Al was het maar omdat James Brown toen nog zo’n vijftien jaar te leven had.

Plaats een reactie